Door Jop Fackeldey op 4 december 2016

Als boos zijn niet genoeg is..

Boos was ik. Echt boos. Ik kan niet zo goed tegen geklungel. Dat het tegenzit….dat went. Maar dat er eerst door een uiteindelijk toch uitvoerende organisatie zoals Luchtverkeersleiding nederland (LVNL) toch is alle afspraken aan de laars gelapt worden en vervolgens onhandig  gecommuniceerd….dat geloof je niet als je er niet bij staat. Ik heb het dan natuurlijk over onze luchthaven. Nog even in het kort:  De staatssecretaris heeft o.b.v. informatie van LVNL (aan de Kamer en aan de Alderstafel) dan ook herhaald gemeld dat luchtruim en luchtverkeersleiding tijdig gereed zouden zijn. Ik vraag mij af hoe het kan dat de staatssecretaris de Kamer op 17 november nog informeert dat een robuuste en veilige aansluiting van de vertrek- en naderingsroutes op het hogere luchtruim een ingewikkelde opgave is, maar dat de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) op dit moment met maximale inzet aan de realisering hiervan werken en vervolgens minder dan 2 weken later blijkt dat LVNL nog  een maand nodig zegt te hebben om tot een nieuwe, robuuste planning te komen ? Ik begrijp dan ook goed dat de staatssecretaris een externe partij kritisch wil laten kijken naar de oorzaak van deze vertraging. Vervolgens blijkt het de vraag of de vertraging een jaar wordt en dat die vertraging als dat al het geval zou zijn binnen een jaar weer ingelopen zou kunnen worden. Waar het mij om gaat is dat we (Rijk, Gemenete, Schiphol, Provincie, LVNL)  de duur van de vertraging en de mogelijk negatieve effecten hiervan zoveel mogelijk moeten zien te voorkomen. Want die effecten zijn er:

  • Na een recente periode van vertrouwen en enthousiasme in de regio – bewoners en bedrijfsleven – zal nu als gevolg van het aanvaarden van een kennelijk onvermijdelijke vertraging de weerstand van de regionale partijen door het uitstel nu gevoed worden.
  • Verlies van vertrouwen van airlines: die zullen hun besluitvorming over vliegen op Lelystad als gevolg hiervan tenminste een jaar uitstellen en een meer afwachtende houding aannemen t.a.v. een mogelijke opening per 1/4/19. Het is dus van vitaal belang dat er op zo kort mogelijke termijn definitief bekend wordt gemaakt dat er gevlogen kan worden, mét luchtverkeersleiding.
  • Het risico op van investeringen bedrijfsleven: concreet Corendon, bedrijven op OMALA en op het luchthaventerrein, waarvan de komst naar de regio afhankelijk is van de opening van de luchthaven.
  • Het risico dat investeringen in onderwijs: samenwerking met luchtvaartgerelateerd onderwijs vanuit Hoofddorp on hold gaan als gevolg van het uitstel van de uitbreiding van MRO-bedrijfsleven a.g.v. het ontbreken van luchtverkeersleiding.
  • Rijk en regio investeren tientallen miljoenen in het versterken van de infrastructuur voor de ontwikkeling van Lelystad Airport, met gunstige gevolgen voor de ontsluiting en economische ontwikkeling. Voorkomen moet worden dat de investeringen en uitvoering a.g.v. het uitstel van de opening van LA onder druk komen te staan/vertraagd worden

Wat er wat mij  betreft zou moeten gebeuren:

  • Ga niet uit van een vertraging in de openstelling van een jaar, maar streef naar – desnoods gefaseerde – openstelling zo mogelijk al per 1 april. Over het proefdraaien is steeds gesteld dat de praktijksimulaties de eerste 3 maanden van 2018 gedraaid zouden worden en e.e.a. vervolgens na de opening ingeregeld zou worden, vandaar de langzame opstart.
  • Gebruik de periode die ligt tussen het moment dat (volledige) luchtverkeersleiding beschikbaar is als inleerperiode, waarin – bijvoorbeeld in de piek en uiteraard afhankelijk van de interesse van airlines – een (nog beperkter) aantal starts en landingen uitgevoerd kan worden.
  • Vanaf 1 april 2018 ligt er een volledig operationeel vliegveld. Dat is niet alleen van belang voor het vakantieverkeer, maar zeker ook voor de MRO-bedrijven die zich reeds gevestigd hebben of ook willen gaan vestigen. Zorg ervoor dat zij gebruik kunnen maken van de dan verlengde start- en landingsbaan, van het ILS cq. GPS instrumentarium en onderssetun dat met het aanbieden van blokken van luchtverkeersleiding – bijvoorbeeld buiten de piekuren. We weten van tenminste 1 grote partij dat dat voor hen voorwaarde is om tot daadwerkelijke vestiging over te gaan.
  • Zorg dat uiteindelijk de vertraging beperkt kan worden door niet met 2.000 maar met 4.000 vliegtuigbewegingen te starten, uiterlijk 1 april 2019.

Nou ja, daar was ik dus de hele week druk mee en dat zal nog wel een tijdje zo blijven. Gelukkig had ik vrij snel na het bekend worden van de rapportage telefonisch contact met alle spelers (o.a. Nijhuis van Schiphol, van Dorst van de LVNL en de staatssecretaris Sharon Dijksma) die allemaal beloofden langs de bovengeschetste lijnen aan de bak te gaan en (Schiphol) de verzekering gaven dat het werk gewoon doorgaat. Over dat werk is trouwens een heel mooi filmpje gemaakt, dan weet je weer waarvoor je het doet. Dat bleek trouwens ook uit het werkbezoek dat ik samen met onze burgemeester bracht aan Specto, een prachtig innovatief bedrijf dat laat zien wat de luchthaven ons kan brengen.

Er was trouwens wel meer bijzonder: Minister Stef Blok verrast vriend en vijand met de doodleuke conclusie”over het effect van de verhuurdersheffing op het investeringsvermogen van Coproraties: “Niemand vindt een heffing leuk natuurlijk. Maar de corporaties hebben veel te hard op de rem getrapt. Een overdreven reactie, daar ben ik ook verbaasd over.” Kennelijk legitimeren verkiezingen om de feiten om te draaien. Ja, als je niet aan huurmatiging of zelfs verlaging doet dan zou je kunnen investeren. Maar onze monitor betaalbaarheid laat nu juist zien dat die huur te hoog is. Betaalbaar huren nog een groot probleem. Het aantal huurders met een betaalrisico[1] steeg het afgelopen jaar van 16,1 naar 19,0 procent. Nou ja, werk aan de winkel dus !

Zo worden het warme weken in de winterkou. Volop aan de bak voor de luchthaven, maar ook in het landelijk woondossier wordt het komende week weer een intensieve week. maar we gaan door voor het goede doel: Werk en betaalbaar wonen voor iedereen !

 

[1] Een huishouden heeft een betaalrisico indien het netto besteedbaar inkomen te laag is om aan alle uitgaven te voldoen. De uitgaven van een huishouden bestaan uit woonlasten en overige uitgaven. De woonlasten zijn samengesteld uit de netto huurprijs, de kosten voor energie- en waterverbruik en de uitgaven aan openbare lichamen. De overige uitgaven zijn bepaald in overleg met het Nibud en hebben betrekking op het bedrag dat huishoudens minimaal moeten uitgeven om in de basisbehoeften (voeding, eten, etc.) te voorzien.