Door Jop Fackeldey op 17 april 2017

Joplog: Bouwen

Deze week werden we benaderd door nieuwsuur met de vraag of wij iets wilden zeggen over Amsterdammers naar Lelystad halen. Daar hebben we een tijdje over gesproken en uiteindelijk met ze in zee gegaan. We hadden immers nog wat andere ervaringen te verwerken… Maar het is een mooi item geworden, je vindt het hier. Vanaf minuut 34.51 gaat het over woningen in Amsterdam en worden ook de mogelijkheden voor Lelystad benoemd. Voor die gelegenheid hebben we ook nog wat andere gegevens voorbereid, en alhoewel ze niet gebruikt zijn, ze zijn eigenlijk misschien nog wel nog beter nieuws dat het item zelf.  De verkoopprijs en het aantal verkochte woningen zitten in de lift, zoals blijkt uit bijgaande grafieken:

Het beeld van de verkoopprijs vertekent natuurlijk wel: het grote verschil tussen 2014 en 2015 komt doordat er enkele dure objecten verkocht zijn, maar de mediane verkoopprijs is ook aan het stijgen en het aantal verkochte woningen stijgt snel.

Er wordt aan meer geboeuwd dan alleen aan woningbouw. Zo waren we met het College op bezoek bij de Markerwadden:

Indrukwekkend wat daar gebeurt. Pas als je er op staat krijg je een indruk van het belang en de omvang, het wordt een mooie combinatie van toeristische trekpleister met natuurontwikkeling. Dat gaat nog wat worden.

Verder had ik over afwisseling deze week ook weer niet te klagen. Ik mocht op dinsdagavond voor de commissie RO van d egemeneteraad van Amsterdam een technische briefing over de omgevingswet verzorgen en op woensdag als gespreksleider tijdens de landelijke conferentie over de omgevinsgwet het bestuurlijke gesprek over de impact van deze wet leiden.Op vrijdag was er de landelijke samenwerkingingstafel middenhuur en ondertussen hebben we “gewoon”nog even de kadernota gepresenteerd. En ook dat was bijzonder. Dit was de laatste kadernota die ik namens dit college aan de raad kon aanbieden.Dat noopt tot een terug- en een vooruitblik.  In toenemende mate realiseren we ons dat we – juist op dit moment – onze eigen geschiedenis schrijven. Die toekomstige geschiedenis blijkt of lijkt? overigens steeds minder voorspelbaar te worden. Dat geldt zowel voor de wijze, het tempo en de richting waarin de stad zich ontwikkelt alsook voor bijvoorbeeld – op de meer korte termijn – de voorspelbaarheid van de ontwikkelingen binnen het gemeentefonds. Dat betekent dat deze kadernota – evenals het vorig jaar – beschrijvend van aard is, waarbij de precieze financiële invulling bij de begroting plaatsvindt. Aan de start van dit college bevonden we ons nog midden in de financiële crisis, het college werd geconfronteerd met:

  • toenemende druk op de maatschappelijke voorzieningen
  • het implementeren van de drie decentralisaties, deze taken kwamen ook nog eens over met een forse budgetkorting
  • diverse rijksbezuinigingen, toenemende druk op de voorzieningen en teruglopende inkomsten uit bijvoorbeeld bouwleges en het grondbedrijf

Dit kwam allemaal tegelijk op de gemeente af en resulteerde in een forse bezuinigingsopgave. Ondanks deze moeilijke periode heeft het college de absolute basis van de sociale- sport- en culturele infrastructuur in stand weten te houden. Dit is iets waar het college en de raad trots op mogen zijn. Deze moeilijke periode is de gemeente redelijk goed doorgekomen en hopelijk kunnen we de crisis nu echt achter ons laten en de kansen grijpen die zich aandienen. Zo is er weer ruimte voor incidentele investeringen, zoals investeringen in Marker Wadden, het Nationaal Park Nieuw land – poort Lelystad, kamerverhuur, investeringen in het stadshart: feestverlichting, gedichten en het voorkomen van fietshinder en goede bereikbaarheid Lelystad Airport en Lelystad Airport Businesspark. En nu de economie weer aantrekt en het nieuwe kabinet waarschijnlijk zal gaan investeren is het de verwachting dat gemeenten hiervan kunnen profiteren en meegaan de trap op. De mate waarin is echter onzeker, aangezien het afhankelijk is van de beleidsterreinen waarop deze extra middelen worden ingezet (alleen de zogeheten netto-gecorrigeerde rijksuitgaven tellen mee in deze systematiek). Tegelijkertijd is het onzeker in hoeverre een nieuw kabinet tegemoet zal komen naar gemeenten. De VNG zet sterk in op terugdraaien van de ‘opschalingskorting’, die als onrechtmatig en onrechtvaardig wordt gezien.Maar het ligt niet in de lijn der verwachting dat de meicirculaire 2017 al inzicht geeft in de doorwerking van nieuwe kabinetsmaatregelen. Het is zelfs de vraag of dit voor de septembercirculaire 2017 al wel duidelijk is. Ondanks deze onzekerheden worden de overige variabelen wel geactualiseerd in de meicirculaire, en zal de meest recente ontwikkeling van de rijksbegroting worden betrokken in de doorrekening van de algemene uitkering die de gemeente ontvangt uit het gemeentefonds.

En ja, het is waar dat de druk nog steeds op de ketel staat, met name bij de uitvoering van de Jeugdhulp en de afbouw van de Wsw. Daarnaast zijn er nog meer ontwikkelingen en  risico’s waar de gemeente op in zal moeten spelen, maar de grootste ontwikkelingen/ risico’s spelen richting de jaren 2021 en verder. Overigens moet hierbij bedacht worden dat er op het gebied van gemeentefinanciën altijd risico’s zullen zijn: de aankomende jaren niet minder dan de afgelopen jaren. Dit wordt goed gemonitord en vroegtijdig op gereageerd. Maar nogmaals terugkijkend hebben we de afgelopen jaren een aantal stevige klussen geklaard en ontstaat er weer ruimte om te profiteren van de kansen die zich aandienen.

En zo vloog de week weer om. Met – hoort hier wel niet helemaal thuis, maar toch – een fantastisch evenement dat we met ons Roparunteam mochten organiseren: de SVOL-Cityrun. Meer dan 800 leerlingen die geld opgehaald hebben voor het goede doel. Ik ben trots op ons team.