Door op 12 juni 2013

Naar een oordeel over Flevokust

Het college van de gemeente Lelystad ontwikkelt een plan voor een industrieterrein direct westelijk van de energiecentrale aan de kust. Het is de bedoeling daar een overslaghaven voor containerterminals te vestigen. Gaandeweg is daaraan toegevoegd de optie op dat terrein een recycling bedrijf te vestigen dat zich richt op het upcyclen van verbrandingsresten van afvalverwerkingsstations. Door de afname van grond en het leveren van (schoon) materiaal voor de terreinaanleg denkt men voor het geheel een sluitende business case te realiseren.

De raad van de gemeente Lelystad wordt gevraagd hier de komende weken een besluit over te nemen. De fractie van de PvdA zal bij besluitvorming de volgende zaken bij haar afwegingen betrekken.

Als voordelen hebben we benoemd:

  • Het plan heeft een positief effect op de werkgelegenheidsontwikkeling.
  • In een tijd van toenemende grondstoffenschaarste is het optimaal recyclen van grondstoffen tot hergebruik van grooty maatschappelijk belang.

Als problemen die al of niet kunnen worden opgelost of een risico vormen, benoemen we met nadruk:

  • De betrokkenheid van de gemeente moet op zodanige wijze worden vormgegeven dat juridische en financiële aansprakelijkheid voor de gemeente geen risico vormt.
  • Het milieurisico geldt met name de handhaving van de correcte uitvoering van de processen en het volledig en permanent hanteren van de regels. Dat vereist preventief toezicht en permanente monitoring zodat een fout opgemerkt wordt voordat er milieuschade optreedt. Dit verlangt dus volstrekt betrouwbare afspraken met de handhavingsverantwoordelijken en diensten.
  • De activiteiten vergen een bestemmingsplan waarbinnen bedrijvigheid van milieucategorie 5 is toegstaan – zoals eerder is vastgesteld. De specifiekere vaststelling welke soorten bedrijven zich verder in het gebied kunnen vestigen kan hierbinnen vastgelegd worden. De raad dient tijdig vast te stellen aan welke eisen het bestemmingsplan moet voldoen.

In algemene zin zijn wij van mening dat in het definitieve plan in ieder geval alle aanbevelingen uit de uitgevoerde second opinion moeten zijn verwerkt.