1.3 Samen Werken
Verkiezingsprogramma

1.3 Samen Werken

Van oudsher kampt Lelystad met het imago dat veel inwoners naar elders trekken om een baan te zoeken. Dat er ongeveer evenveel mensen elke dag naar Lelystad reizen om hier aan het werk te gaan, is een goed bewaard geheim. Dankzij de veelzijdigheid van het aanbod aan werkgelegenheid, ondersteund door uitstekende verbindingen, is Lelystad economisch een groeistad en dat zal voorlopig wel zo blijven. Het echte knelpunt is dat de vraag naar arbeid niet goed aansluit bij het aanbod. Bijvoorbeeld als het gaat om de opleiding en achtergrond van onze inwoners. Er wordt onvoldoende gestuurd op duurzame inrichting van de bedrijven, bedrijfstakken, die veelbelovend zijn als het gaat om innovatie en uitstraling krijgen nauwelijks actieve steun van de gemeente en daarom vinden zelfs de eigen inwoners Lelystad een kleurloze stad. Op de kleur groen na natuurlijk, want die is overal.

Economie

Lelystad ligt middenin Nederland. Lelystad is goed bereikbaar over de weg, over het spoor, over het water en zelfs door de lucht, ook als er nog geen grote vliegtuigen mogen landen. Dat wordt zichtbaar in het grote aantal arbeidsplaatsen in bedrijven die zich richten op distributie, logistiek en transport. Er zijn veel vacatures voor laag- en middelgeschoolde mensen, in sectoren als landbouw en recreatie. Arbeidsplaatsen die nog te vaak niet terecht komen bij de inwoners van Lelystad zelf. Dat moet anders.

De inwoners van Lelystad willen niets liever dan werken. Als hun opleiding niet aansluit bij wat bedrijven vragen, als er misverstanden bestaan over de kwaliteit van mensen, omdat zij oorspronkelijk een andere achtergrond hebben, dan is het een taak van de gemeente om niet alleen die inwoners te helpen, maar ook met de bedrijven te overleggen, hoe zij beter gebruik kunnen maken van de wel beschikbare kwaliteit. Het Werkbedrijf en de scholen hebben daarin een belangrijke taak, die zij graag oppakken, als de gemeente daarbij richting geeft en bemiddelt.

De gemeente kan ook verder gaan en actief samen met het onderwijs en het bedrijfsleven scholing en training aanbieden, bij voorkeur gericht op banen die ook toekomstperspectief hebben. Alleen als de gemeente mensen die het moeilijk hebben, mensen die nu worden uitgesloten van banen bij de hand neemt en zelf bedrijven benadert om deze mensen een betere toekomst te bieden, wordt Lelystad een stad waar iedereen zich thuis voelt en waar iedereen meedoet.

Het beleid van de gemeente blijft gericht op verdere groei van de werkgelegenheid. De Flevokust Haven, de bestaande bedrijventerreinen, ook rond het vliegveld, de aanwezige kennisinstituten ten noorden en oosten van de stad, initiatieven vanuit de zorg en vanuit de landbouw, zoals De Lelystadse Boer, maar ook bedrijven die in Nederland een unieke positie innemen, zoals Marfo en Giant, het zijn allemaal partners, waarmee de gemeente meer dan voorheen moet samenwerken.

Vanzelfsprekend blijft samenwerken ook het motto als het gaat om overleg met andere gemeenten, de provincie en het Rijk, met onderwijsinstellingen en met de partners binnen de Metropoolregio Amsterdam. Behalve werk zal duurzaamheid dan een belangrijk thema zijn.

Stadsontwikkeling Recreatie en Toerisme

De gemeenteraad heeft uitgesproken, en dat deels ook in Lelystad Next Level vastgelegd, dat Lelystad de komende jaren verder moet groeien met in elk geval 10.000 woningen, maar met ruimte voor een groei met 40.000 woningen. Daarvoor zullen keuzes worden gemaakt, niet alleen als het gaat om de voorzieningen in en voor de wijken, maar ook als het gaat over de hele stad. De Partij van de Arbeid maakt daarbij een onderscheid tussen voorzieningen ten behoeve van de eigen inwoners en bedrijven en voorzieningen ten behoeve van de bezoekers, de toeristen.

Er komen nu al veel bezoekers naar de stad: drie miljoen naar Batavia Stad, veel kleinere aantallen naar Batavia Haven vanwege de bruine vloot en de snelle toename van het aantal riviercruise schepen, naar de Oostvaardersplassen, het Natuurpark en de Markerwadden, naar Batavialand en Aviodrome, naar de vijf jachthavens en naar de prehistorische nederzetting Swifterkamp. Behalve de booteigenaren in de jachthavens hebben al deze bezoekers één ding gemeen: het zijn passanten. Zij blijven hier niet.

De Partij van de Arbeid wil dat Lelystad een verblijfslocatie wordt, een plaats waar je voor een paar dagen naar toe gaat en niet voor een bezoek van een paar uur. Er moet daarom veel aandacht zijn voor het snel ontwikkelen van de kust, met name bij het Bataviakwartier. De gemeente moet duidelijke keuzes maken en door vergunningen, bestemmingen en eigen investeringen bevorderen dat langs de kust hotels en andere verblijfsaccommodatie worden gerealiseerd, dat er veel meer ruimte voor horeca komt en dat andere aantrekkelijke voorzieningen worden gerealiseerd, zoals bijvoorbeeld vlooienmarkten, galerieën en snuisterijenwinkels en wellicht ook fietsroutes en rondvaarten.

Lelystad verkeert in de luxe positie dat die miljoenen bezoekers er al zijn. De uitdaging is ervoor te zorgen, dat in elk geval een deel van die bezoekers blijft. Dat vraagt van de gemeente meer dan het passief faciliteren waardoor het beleid de laatste jaren werd gekenmerkt, het vraagt ook om een actieve promotie van de kust, het bevorderen van een aangename sfeer en gastvrijheid en veel aandacht voor de bereikbaarheid en parkeren.

Veel, vooral historische steden worden bezocht vanwege de aantrekkingskracht van de stad zelf. Hoe tevreden onze bewoners ook over de stad zijn, het is een illusie te verwachten dat toeristen vanwege de aantrekkingskracht van het stadscentrum of onze prachtige gebouwen een uitstapje Lelystad zullen plannen. Het wordt de hoogste tijd deze constatering te vertalen in beleid en in onze investeringsplannen. Bezoekers van buiten lokken wij naar de kust, voor onze eigen en ook voor de toekomstige bewoners bieden wij in het Stadshart alle voorzieningen die je graag in je eigen woonplaats wilt hebben. Investeren in het Stadshart gaat dus over het theaterkwartier, over andere culturele voorzieningen zoals de bibliotheek, over voorzieningen voor jeugd en jongeren, zoals het poppodium en de skatebaan, over een bioscoop, over de daarbij passende horeca en over een uitgebreid en gevarieerd winkelaanbod.

In het verleden is vaak vanuit de visie dat alles overal moet kunnen discussie gevoerd over de wenselijkheid van een bepaalde voorziening aan de kust. Zo’n voorziening zou de kwaliteit van het Stadshart kunnen aantasten. Natuurlijk kan dat, maar met de indeling van een oude boerderij in het achterhoofd zal de PvdA zich laten inspireren door de keuze: onze woonkamer is het Stadshart, onze pronkkamer ligt aan de kust. Die verdient veel meer aandacht dan tot nu toe.

Kortom, de PvdA zal erop letten:

  • dat bij investeringen in het Stadshart vooral ook rekening gehouden wordt met de wensen en behoeften van de eigen inwoners van Lelystad
  • dat investeringen aan de kust er vooral op zijn gericht om van Lelystad een echte trekpleister te maken

Duurzaamheid

Lelystad Next Level zet in op Lelystad als hoofdstad van de Nieuwe Natuur. De PvdA wil van Lelystad de hoofdstad van Nieuwe Energie maken. In het nu geldende raadsprogramma staat dat Lelystad, exclusief de uitstoot van mobiliteit, in 2025 energieneutraal moet zijn, door energiebesparing en door het opwekken van duurzame energie. Natuurlijk zijn er stappen gezet, maar die zijn niet voldoende en vooral weinig concreet. Als de gemeenteraad eind 2021 een kadernota transitie warmte zal vaststellen, houden veel mensen het gevoel, dat er een fraai, bijna wetenschappelijk rapport ligt, maar dat het niet over hen gaat. Bovendien zal ook de (gemeentelijke) overheid er aan moeten bijdragen, dat duurzaamheid ook voor de kleinere beurs bereikbaar wordt.

Voor veel bewoners zijn werk en inkomen de belangrijkste bron van zorg. Zij willen wel van het gas af, maar weten niet hoe zij dat moeten betalen. Zij willen misschien wel zonnepanelen op hun dak, maar kunnen de investering niet overzien. Dat laatste geldt zelfs voor nieuwbouwwoningen: de hoeveelheid zonnepanelen, zowel op koopwoningen als op sociale huurwoningen, wordt bepaald door de hoeveelheid energie, die in die woning gebruikt gaat worden en niet door de oppervlakte van het dak. Wat een verspilling van potentie, die handvol panelen op de daken van de nieuwe wijk Parkwijk in ons centrum. Waarom wordt de rest van die daken niet gevuld met panelen, die gefinancierd en geëxploiteerd worden door de eigenaar of een energiecoöperatie, een energiemaatschappij, de gemeente, de woningbouwcorporatie of een combinatie van hen? En waarom zou zoiets niet kunnen voor bedrijfsgebouwen? En waarom wordt ook bij bestaande bouw niet of nauwelijks gekeken naar ongebruikte, maar wel geschikte oppervlakken, zelfs niet bij overheidsgebouwen?

Lelystad heeft een paar jaar geleden het Lelystads Energiefonds opgericht (LEF). Iedereen kan een voorstel indienen en bezien of dat voorstel in aanmerking komt voor een tijdelijke bijdrage. De PvdA wil dat omdraaien. In de nieuwe raadsperiode bevat elke nieuwe vergunning en elk contract waarbij de gemeente een rol speelt een passage over duurzaamheid en energiebesparing. De PvdA streeft naar een langlopend contract tussen gemeente, mogelijk ook Rijk en provincie, en energiemaatschappijen/coöperaties dat regelt dat alle nieuwe investeringen maximaal gebruik maken voor de mogelijke opwekking van duurzame energie en energie neutrale projecten opleveren.

Duurzaamheid gaat over meer dan het opwekken van zonne- en windenergie, over meer dan aardwarmte, stadsverwarming en isolatieprogramma’s. Duurzaamheid gaat ook over afvalscheiding, over vermindering van uitstoot van stikstof en CO2, over vervuiling van het oppervlaktewater, over beperking van bestrijdingsmiddelen. Het gaat over gemeentelijke voertuigen en over bussen en taxi’s, die op elektriciteit rijden. Maar het gaat ook over de individuele burger met een kleine beurs, die op een kleine woning op vier hoog woont en voor wie het bijna onmogelijk is aan alle gewenste veranderingen mee te doen. Als de gemeente die burger uit het oog verliest, is veel beleid tot mislukken gedoemd.

Met andere woorden, als het aan de PvdA ligt:

  • is investeren in duurzaamheid voor de inwoners van de stad betaalbaar. Van het gas af moet geen dreigement zijn, maar een keuze waaraan iedereen graag meewerkt
  • wordt bij het verlenen van (bouw)vergunningen altijd aandacht besteed aan het milieu
  • zal de gemeente de eigen gebouwen en voertuigen gebruiken om de stad verder te verduurzamen

Verkeer en Vervoer

Hoe de toekomst er voor Lelystad ook uitziet, er zal de komende jaren sprake zijn van groei. Groei van het aantal inwoners, groei van de werkgelegenheid en groei van het toerisme. Aandacht voor de kwaliteit van de verbindingen blijft een levensnoodzaak. Lelystad moet dus blijven inzetten op verbetering van de verbindingen over het spoor, bijvoorbeeld door het aftakken van de spoorlijn naar de haven Flevokust , door de aanleg van de Lelylijn en door verbetering van de dienstregeling naar de Randstad, met name Utrecht.

Ook de verbindingen over de weg zijn nog niet optimaal: de verbreding van de A6 staat op losse schroeven, de verbinding A23/N23 lijkt van de agenda en het netwerk aan buslijnen vertoont hiaten. Onderzocht moet worden of meer busverbindingen haalbaar zijn tussen Bataviastad en plaatsen buiten Lelystad. De gemeente zal de betrokken overheden en andere partijen moeten overtuigen, dat er nog veel werk te doen is.

Dat geldt echter ook voor de verbindingen binnen de stad, die vaak door het rijk worden meegefinancierd. De kust van Bataviakwartier wordt alleen echt een groeibriljant, als ook de bereikbaarheid wordt verbeterd. De auto zal voor de kust het belangrijkste vervoermiddel blijven, maar daarvoor is een tweede ontsluiting noodzakelijk. Het openbaar vervoer (de stadsbus) zou de economisch belangrijkste knopen, het vliegveld, het station en Bataviakwartier, beter moeten verbinden en zoveel mogelijk over een vrije baan moeten rijden. Het fietsnetwerk is weliswaar indrukwekkend, maar zelfs voor veel inwoners niet erg toegankelijk. Veel fietspaden lopen dood, de aansluiting van fietspaden op elkaar is onduidelijk en de bewegwijzering laat veel te wensen over, vooral aan de westkant van het spoor.

In elk scenario zal de druk op de centrumstrook, de strook langs de spoorlijn van Houtribdreef tot Lelystad Zuid, toenemen: meer fietsers, meer openbaar vervoer en blijvende druk van autoverkeer. Het beleid moet erop zijn gericht deze druk op te vangen. Dat betekent verbreden van fietspaden, bij het station en Porteum, verbeteren van de veiligheid van kruispunten van fietspaden, geen aantasting van de huidige dreven, maar eerder aan de zuidkant van het centrum uitbreiding van de capaciteit en een snellere doorstroming en meer parkeermogelijkheden rond Bataviakwartier.

De PvdA zal bij alle voorstellen op dit gebied op deze aspecten toetsen:

  • doorstroming
  • veiligheid voor alle weggebruikers
  • bereikbaarheid.

Deel dit