Leven van de wind
Leven van de wind. We zagen hoe dat letterlijk kan, in het duitse stadje Aurich, iets boven Groningen. Maar daarover straks meer. Het was een enerverende week. Vol gas op tal van onderwerpen, dat is logisch zo aan het begin van het kalenderjaar, maar met een aantal betekenisvolle momenten. Zo was er natuurlijk de uitspraak van de Raad van State mbt Lelystad Airport. De uitbreiding van Lelystad Airport tot passagiersluchthaven als twin-airport van Schiphol kan doorgaan. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de beroepen van een tweetal omwonenden en de Vogelbescherming ongegrond verklaard. Dit schept duidelijkheid over de verdere ontwikkeling van de luchthaven als belangrijke economische motor voor deze regio. De reeds gestarte bouwwerkzaamheden aan de luchthaven als ook de werkzaamheden aan de infrastructuur kunnen nu volgens plan worden voortgezet. Dit is positief nieuws voor de luchtvaartsector in Nederland en voor de economische ontwikkeling met bijbehorende werkgelegenheid voor Flevoland en Lelystad. Maar misschien is er nog wel een element dat veel belangrijker is. Het openen van onze luchthaven is een juridisch mijnenveld. Een voor buitenstaanders wirwar van procedures waarbij steeds de vraag is wie is er bevoegd, welke rechter mag waarover een uitspraak doen etc. Wat de Raad van State nu heeft gedaan is gezegd dat ze bevoegd is (vast weer voer voor juristen), maar belangrijker is dat ze de zaak inhoudelijk bekeken heeft en geoordeeld heeft “dat de ‘natuurlijke kenmerken’ van de omliggende Natura 2000-gebieden niet zullen worden aangetast door de uitbreiding van de luchthaven. Er is voldoende onderzoek gedaan naar de gevolgen van de uitbreiding voor de vogels die in en rond deze gebieden aanwezig zijn.” En dat is eigenlijk waar het mij echt om gaat. Dat de rechter oordeelt dat we voldoende onderzoek hebben gedaan en de belangen van de natuur voldoende beschermd. Daarmee is dit klaar. Er is geen verder hoger beroep mogelijk. Nu de luchtverkeersleiding nog. daar werken we hard aan achter de schermen. In de eerste helft van februari weten we ook daar meer over.
Leven van de wind. Dat gebeurt in letterlijke zin steeds meer. Begrippen als “windfarms”en “windboeren”hebben onze taal verrijkt. Afgelopen donderdag en vrijdag was ik samen met collega Elly van Wageningen in een brede delegatie (bestuurders uit de NOP, bedrijfsleven, onderwijs) op bezoek bij de hoofdvestiging van Enercon in Aurich.
Daar combineren het bouwen van windmolens met actieve voorlichting over zowel duurzaamheid als techniek in het EEZ. Om te beginnen voel je je heel klein bij de bouw van enorme molens. Maar waar ik misschien nog wel het meest van onder de indruk ben is het achterliggende verhaal. Enercon begon als een familiebedrijf. Aloys Wobben begon daar zijn bedrijf, en inmiddels zijn ze uitgegroeid tot een van de grootste bouwers van windmolens – worldwide. Van een arme gemeente zonder eigen bedrijvigheid staat Aurich inmiddels stevig op de kaart. Want naast de productie eenheden staat er een centrum voor training en opleiding en is er dat EEZ. Dat EEZ is een mix tussen (veel duurdere uitvoering) van de ontdekhoek zoals die inmiddels in de Kubus draait, opleidingslokalen zoals we die in MBO en VO hebben of krijgen en een bedrijfsopleidingscentrum. En dat is een krachtige combinatie, nog los van het belang van windenergie en duurzaamheid. We gaan echt proberen of we, Enercon heeft het veld in de NOP gebouwd en heeft een aantal molens bij ons staan op het windmolentestveld van de WUR, een stukje van die kracht naar NOP/Lelystad kunnen halen. Daarom was het goed dat ook ons MBO en VO mee waren en ons bedrijfsleven. We hebben een mooie intentieovereekomst ondertekend en die gaan we concreet uitwerken. Met voordelen voor duurzaamheid, economie, werkgelegenheid en onderwijs. Misschien wel een mooie doelstelling: laten we eens kijken of ook bij ons we kunnen bevorderen dat er meer mensen kunnen leven van de wind.