Zorgen voor en zorgen om
Zorgen. Het begint bijna een beladen woord te worden. Gekoppeld aan de zorg, aan problemen aan… Het wordt zo makkelijk een leeg containerbegrip. Terwijl die 2, zorgen voor en zorgen om, wat mij betreft nauw met elkaar verbonden zijn. Ik werd daar afgelopen week een paar keer mee geconfronteerd. Dus deze blog gaat wat minder over de alledaagse belevenissen van een wethouder, maar vooral over zijn….zorgen.
Ik werd afgelopen week om te beginnen voor het eerst weer eens ouderwets boos op de landelijke politiek. Ik heb het dan – en deze uitspraak doe ik puur op persoonlijke titel – over het staaltje van politieke onmacht in het gehannes over wat inmiddels Bed, Bad en Brood is gaan heten. Wat als een “oplossing”werd aangekondigd is niet meer dan een politieke uitweg. Maar een oplossing voor zowel uitgeprocedeerden als voor de gemeenten waar deze mensen verblijven is het niet. Het is tamelijk naïef te denken dat deze mensen in 5 willekeurige plaatsen vrijwillig onder te brengen zijn. Dus blijven ze gewoon waar ze zijn, dakloos, ontheemd en alleen; tenminste als het aan het kabinet ligt. Zo moet je geen politiek bedrijven. Maar wat bij mij dan echt het licht uit liet gaan is dat “onze”regering daar nog iets aan toevoegt: gemeenten en burgemeesters die gewoon hun verantwoordelijkheid voor de stad nemen en niet accepteren dat deze mensen onder bruggen moeten slapen worden daarvoor als de plannen doorgaan met een boete of strafkorting gestraft. Daar kan ik met mijn hoofd niet bij. Als dat de manier is om verantwoordelijkheden aan de gemeenten overdragen is, dan belooft dat nog wat: je mag het zelf doen, zolang je maar doet wat ik zeg. Ik weet niet hoor, maar bij mijn kinderen heeft dat type opvoeden nooit gewerkt… gelukkig schijnt het juridisch ook niet te kunnen, zo las ik in een informatieve blog van AKD advocaten & notarissen.
De zorg beperkt zich niet alleen tot de groep uitgeprocedeerde asielzoekers. Ook dichterbij, in onze eigen samenleving is er nog genoeg om ons zorgen over te maken. Naar aanleiding van de kadernota heb ik hierover gesproken in de zaterdaguitzending van “Over Flevoland gesproken” van Omroep Flevoland. Ik ga hier niet precies herhalen wat ik in die uitzending gezegd heb. Maar de kern is dat ik me zorgen maak over een groeiende groep van onze inwoners die het financieel en sociaal zwaar hebben. Dat motiveert ons des te meer om er tegenaan te gaan. We moeten ervoor zorgen dat ook zij weer kansen krijgen. Werk en onderwijs zijn daarbij belangrijke pijlers. Zowel voor de individuele burgers als voor de stad als geheel. Dat is waar het in de kadernota onder andere over gaat. Het behoud en versterken van de concurrentiekracht van de stad. Dat geldt overigens voor steden in zijn algemeenheid. We hebben daar als stedennetwerk in het kader van de agenda stad waarover ik vorige week schreef een mooie notitie over gemaakt: stedelijke vernieuwing in transitie. Voor de liefhebben een lezenswaardig stukje. Maar wel zonder uiteraard uit het oog te verliezen waar het om gaat: door de stad kansen te bieden, bieden we onze inwoners perspectief.
In die kadernota gaat het uiteraard niet alleen over dit type zorgen. Er zijn zeker ook financiële zorgen. Elk voorjaar leggen we een voorstel aan de Raad neer voor de te hanteren kaders voor de in het najaar op te stellen programmabegroting. Doorgaans zijn dit beleidsinhoudelijke kaders die onder meer worden getoetst aan actuele maatschappelijke en financiële ontwikkelingen. Vanwege grote financiële onzekerheden konden we in deze kadernota echter nog geen helder financieel beeld schetsen. Zo is op dit moment de ontwikkeling van de algemene uitkering uit dit gemeentefonds nog onzeker en ditzelfde geldt voor de bedragen die de gemeente zal ontvangen voor de overgehevelde taken in het sociaal domein (Jeugdzorg en Wmo). De komende maanden, onder meer door de inhoud van de meicirculaire van de rijksoverheid, zal daarover meer duidelijkheid ontstaan. Dit betekent dat het echte zwaartepunt van de budgettaire kaderstelling niet bij de kadernota, maar bij de programmabegroting komt te liggen. Want net als elke andere gemiddelde gemeente in Nederland is onze gemeente voor minder dan 10% “baas over de eigen inkomsten”. Op basis van wat nu is te overzien ondervindt Lelystad als ‘New Town’ in de meeste veranderingen rond verdeelmodellen van het rijk nadeel van de afwijkende structuur en bevolkingsopbouw. En daarmee versterken de financiële en de maatschappelijke zorgen elkaar. Zo is er het risico dat Lelystad minder budget zal ontvangen als gevolg van een actualisatie van de verdelingssystematiek van de algemene uitkering. Daar waar gemeente Lelystad er eerder nog neutraal vanaf leek te komen (herverdeeleffect van €0,- met ingang van 2015) kan een nieuwe herverdeling negatief uitpakken. Afhankelijk van het tempo waarin deze wijzigingen doorgevoerd worden, kan het nadelige effect voor Lelystad op termijn rond de €1 miljoen komen te liggen. Ook als het gaat om de verdeling van budgetten die samenhangen met de nieuwe taken behorend bij de Jeugdhulp is er het risico dat deze voor Lelystad negatief uitpakt. Het maximale risico is dat Lelystad er zo’n 22% in budget op achteruit gaat (oftewel € 88,- per inwoner).
Deze budgetten zijn nog zeer in beweging. Afspraak tussen rijk en gemeenten is bijvoorbeeld dat de maximale teruggang € 15,- per inwoner mag bedragen voor het totaal van de financiële effecten. Zowel in VNG als in G-32 verband is er veel verzet tegen de maatregelen en de herverdeeleffecten. Op dit moment wordt intensief overleg gevoerd tussen partijen, anders gezegd: ik lobby me samen met mijn collega’s suf… Want juist nu Lelystad de boel redelijk op orde staan en we op een keerpunt staan kan het toch niet zo zijn dat we zwaar moeten gaan snijden in het voorzieningenniveau voor juist onze kwetsbare groep inwoners. Over zorgen maken gesproken… We moeten er met elkaar voor zorgen dat dit niet gaat gebeuren.
In aanloop naar de kadernota hebben we door middel van diverse activiteiten (zes stadstafels, een stadsgesprek en de inzet van sociale media) inwoners betrokken bij inhoudelijke thema’s: zorg, duurzaamheid, leefbare stad, ontwikkeling van de stad, ondernemers en veilige stad.
We hebben die gesprekken met inwoners en organisaties en het daaruit voortvloeiende stadsadvies als heel waardevol beschouwd en willen deze gesprekken niet alleen als onderdeel van het begrotingsproces, maar het hele jaar door gaan voeren. De deelnemers waren zichtbaar enthousiast, trots op de stad en wilden een bijdrage leveren. De burgerbetrokkenheid beperkt zich gelukkig niet, of eigenlijk juist niet, tot het begrotingsproces. Binnen de lopende begroting maken we dan ook op tal van plekken ruimte voor initiatieven van inwoners. Met buurtbudgetten, participatiebudgetten, inzet van een ideeënmakelaar als onderdeel van het transitiefonds en initiatieven als mensen maken de buurt wil het college meer aansluiten op de initiatieven en ideeën die uit de samenleving komen.
Naast zorgen zijn er ook altijd lichtpuntjes. Voor mijzelf was dat afgelopen week weer even terugvallen op een oude liefde: de hurkende man van Gormley. Oude liefde roest niet (en de Hurkende Man gelukkig ook niet). Twee klassen van het Ichthus College uit Dronten bezochten het landschapskunstwerk Exposure. Op de strekdam kon ik vragen beantwoorden en vertellen over het ontstaan en de bouw van het kunstwerk. Leuk om weer eens te mogen doen.
Een ander lichtpuntje is dat de ontwikkeling in de woningbouw lijkt door te zetten. Ewoning BV is van start gegaan met de verkoop van tien zeer energiezuinige woningen aan de rand van de Warande. Samen met Leo Hoksbergen, directeur van het in Hasselt gevestigde Ewoning BV, onthulde ik het bouwbord.
De Ewoningen zijn te koop vanaf € 159.950 v.o.n. De door Ewoning ontworpen en in Warande te realiseren woningen leveren energie op in plaats van dat ze energie opmaken. De Ewoningen bieden de bewoners een comfortabele en moderne manier van wonen, in combinatie met een besparing op grondstoffen. De Ewoningen worden winddicht, koudebrugvrij en met drievoudig glas gebouwd, voorzien met de beste EPS isolatie en metselwerk voor de buitengevels. Ook zijn de Ewoningen compleet met berging en onderhoudsvriendelijk uitgerust met kunststof kozijnen. Alle energie die in de Ewoning voor bewoning gebruikt wordt, bestaat uit elektrische energie en stadsverwarming. Een gasaansluiting is niet nodig. De Ewoning is standaard voorzien van drie zonnepanelen die elektrische energie opwekken. Een Ewoning met stadsverwarming en drie zonnepanelen bespaart voor een gemiddeld huishouden circa € 750,- per jaar aan energielasten in vergelijking met een gewone nieuwbouwwoning met stadsverwarming. Met de optie van extra zonnepanelen kan het energiegebruik van de woning zelfs naar vrijwel nul worden teruggebracht.
Met de toevoeging van de Ewoningen is het aanbod aan nieuwbouwprojecten in Warande weer groter en gevarieerder geworden. Gelukkig zien steeds meer marktpartijen in Warande mogelijkheden om nieuwe woonproducten te ontwikkelen en in de aantrekkende woningmarkt aan de man te brengen.
Laten we hopen dat deze trend doorzet. Dat helpt om zorgen maken om te kunnen omzetten naar zorgen voor.