Door op 1 december 2010

Beleidsplan Wmo

Het primaire doel van de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning)  is ‘meedoen’ door de zelfredzaamheid van mensen te bevorderen en waar nodig te herstellen. De basisfilosofie van de Wmo is dat iedereen zo lang mogelijk voor zichzelf zorgt, eventueel door een beroep te doen op de directe omgeving (familie,vrienden, kennissen). Alleen in de situaties waarin iemand hiertoe niet in staat is, komen professionele zorg en ondersteuning in beeld.

Gemeenten hebben met ingang van 1 januari 2007 de verplichting te compenseren. Dit ’compensatiebeginsel’ houdt in dat de beperkingen die mensen ervaren bij het voeren van een huishouden, het ontmoeten van mensen en het vervoer moeten worden gecompenseerd.

Gemeenten kunnen zelf invulling geven aan het Wmobeleid. Het zwaartepunt van het Lelystadse Wmobeleid was zorg en ondersteuning, in de nu voorliggende nota wordt dat zelfredzaamheid en verantwoordelijkheid. Hoe vertaal je het compensatiebeginsel waar de Wmo voor staat met  zelfredzaamheid en participatie? Waar liggen de scheidslijnen? Mantelzorgers spelen hierin een grote rol. Aan hen wordt een taak toebedeeld waarin zij geen keuze hebben.

Behandeling in de gemeenteraad:

  • Beeldvormend 14 december 2010
  • Oordeelvormend 11 januari 2011
  • Besluitvormend 25 januari 2011

Meelezen:

Vindt u hier iets van? Laat het weten via het reactieveld hieronder.