Door woelige baren
Het is reces. dat betekent tijd voor reflectie, voor bedrijfsbezoeken en tijd om alle hectiek van de afgelopen weken nog eens tot me door te laten dringen. Op het gebied van wonen is er nog steeds van alles aan de hand. De nieuwbouw verloopt langzamer dan we gehoopt en gepland hadden, maar er wordt nog gebouwd ! Daarbij zie je overigens in toenemende mate dat het zelfbouwers zijn die in particulier opdrachtgeverschap of in een groep – collectief particulier opdrachtgeverschap – hun woondroom verwezenlijken. Maar dat wordt wel steeds moeilijker. De combinatie van snel afnemend consumentenvertrouwen en slechte financierbaarheid (je vraagt je onderhand af wat de banken wel met hun geld doen) zijn hier debet aan. Helpt het net gesloten woonakkoord daarbij ? Ik heb daar een heel dubbel gevoel bij schreef ik in mijn weblog van 17 februari jl. Ik ben benieuwd of we de komende weken goed zicht kunnen krijgen op de consequenties. En dat brengt me dan weer bij wonen in Lelystad, bij onze woningbouwcorporatie Centrada. De gevolgen van het landelijk beleid pakken zo is mijn inschatting extra beroerd uit voor Centrada. Want de verhuurdersheffing moet gewoon betaald worden, maar er is nauwelijks ruimte om dat met de toegestane huurverhoging te compenseren. Bovendien hebben wij slechte ervaringen met de verkoop van woningen, daarin moet Centrada zich beperken om de kernvoorraad op peil te houden, nog los van de vraag of er überhaupt een markt is voor verkoop. We zijn dus indringend in gesprek. Het goede nieuws is dat centrada op allerlei lijstjes als het gaat over de bedrijfskosten en de genomen risico’s goed scoort, aantoonbaar zijn veel van de (voor)oordelen over de sector op Centrada niet van toepassing. Maar met elkaar hebben we wel een stevige opgave om de sociale huurvoorraad op peil en betaalbaar te houden. Wat dat betreft zijn er zorgen genoeg, want we hebben in bijvoorbeeld de Atol- en Zuiderzeewijk te maken met een grote groep particuliere woningbezitters die helemaal klem zitten. Dat kunnen we als gemeente alleen niet oplossen. In maart organiseren we een ronde tafelgesprek met veel partijen (van ministeries tot financiële partijen van ervaringsdeskundigen uit Rotterdam tot adviesbureaus en energiemaatschappijen) om te brainstormen en te komen tot een langjarige integrale aanpak van dit probleem. Met één rondetafel zijn we daar nog lang niet, maar met zoveel partijen aan tafel zouden we gezamenlijk ergens moeten kunnen komen.
Dan het economisch perspectief. Dat is eigenlijk heel wisselend en moeilijk om echt vat op te krijgen. In de recesperiode was er wat meer ruimte in de agenda en heb ik weer eens een wat groter aantal bedrijfsbezoeken kunnen brengen. En dan is het zeker niet alleen kommer en kwel wat ik hoor. Er zi9jn bedrijven die zelfs een forse omzetstijging zagen over 2012, er zijn er die stabiel blijven en er zijn er die het moeilijk hebben. Tegelijkertijd zijn we wel de werkloosheid oplopen en het aantal arbeidsplaatsen dalen. Voor dat laatste zijn we overigens vooral zelf als overheden verantwoordelijk. We moeten dus echt om. Minder afhankelijk worden van werkgelegenheid bij gemeent5e, provincie, gerechtshof, Rijkswaterstaat etc. maar omschakelen naar een wat wij noemen logistiek-industrieel profiel. En in dat opzicht zitten we in een spannende periode. Als het om de luchthaven gaat moet het rijk met alle onderzoeken en procedures voor 1 augustus laten zien dat de planning om op 1 November 2014 alle vergunningen op orde te hebben haalbaar is. Schiphol heeft zich vastgelegd dan ook te gaan investeren, zodat de ontwikkeling van de luchthaven een feit wordt. Ondertussen zien we dat alleen al dat perspectief wel effect heeft, er melden zich steeds meer potentiële vestigers op het gebied van reparatie en onderhoud aan vliegtuigen voor het luchtvaartterrein. Samen met Willem ben ik druk bezig om parallel daaraan ervoor te zorgen dat we de aanwezigheid van de luchthaven kunnen gebruiken om een aantal specifieke Mbo opleidingen naar het veld te halen. Bovendien leent die ontwikkeling zich erg goed om te kijken of we mee kunnen liften met het landelijke techniek-pact.
Gelukkig zijn we niet alleen afhankelijk van de ontwikkeling op de luchthaven. Komende weken zijn ook spannend als het gaat om de ontwikkeling van de overslaghaven aan de Flevokust. Die overslaghaven kan van start omdat we naast een aantal rijkssubsidies een grote klant hebben gevonden die daar recyclingactiviteiten wil gaan verrichten. Al met al een complex verhaal, waar we voor de zomer nogv tot besluitvorming willen komen. De gemeenteraad gaat parallel aan het voorstel van het College via een second opinion zich een eigen oordeel vellen. Ik denk dat dat goed is. Het is wat mij betreft een mooie invulling van het dualisme, waarbij de raad de kaders stelt op basis van een – gezien de complexiteit- eigen onafhankelijk oordeel.
Ook voor het stadshart is het een spannende periode. Een paar weken geleden hebben we het nieuwe masterplan aan de Raad aangeboden. Kern van dat Masterplan is dat het niet gericht is op uitbreiding, maar vooral probeert het “oude” deel qua sfeer en niveau aan te laten sluiten op het “nieuwe”deel. Tegelijkertijd zijn we samen met de eigenaren aan de slag om vooral voor de Waag een nieuwe en andere invulling te vinden, ééntje die wat toevoegt aan het stadshart en niet meer van hetzelfde is. Dat wordt hopelijk na de besluitvorming in de Raad snel zichtbaar, bijvoorbeeld doordat we dan de oude waaggarage gaan slopen en het openbaar gebied daar snel herinrichten. Later, begin 2014 schat ik nu zo in, volgt het stadhuisplein en omliggende straten. Uit de onderzoekscijfers over 2012 blijkt overigens dat het stadshart het qua bezoekersaantallen niet eens zo slecht doet. Maar ja, kijkers….. daar hebben onze winkeliers niet zoveel aan.
Op Cultuurgebied zijn we dat de lelystadse instellingen steeds beter samen te werken. Vorig jaar hebben we afgesproken dat ze over de wijze van invulling van de bezuinigingen – en die waren best fors – samen afspraken maken. Dat is gelukt, en achter de schermen wordt hard gewerkt aan de precieze invulling daarvan. Op bijvoorbeeld het terrein van de kaartverkoop gaan we dat zien, maar ook in programmering en ruimtegebruik. Dat op een aantal punten het aanbod ingekrompen moet worden is helaas niet te voorkomen. We zien dat bijvoorbeeld terug in de aanpassing van openingstijden van de openbare bibliotheek. Op andere fronten zien we dan weer wel uitbreiding. Zo blijkt de lelystedeling inmiddels aardig de weg naar de filmvoorstellingen in de Agora te vinden.
Tenslotte in deze tour de gemeentelijke dienstverlening. Achter de schermen is hard gewerkt aan de techniek om steeds beter bereikbaar en vindbaar te zijn. Digitaal kan er steeds meer, kun je volgen wat er met je aanvraag gebeurt, kun je afspraken maken en een aantal “bestellingen”doen. De volgende fase is om via “verbeter je buurt” en “omgevingsalert” nog actiever te communiceren. Ik heb goede hoop dat we in ieder geval dit jaar maar wellicht nog voor de zomervakantie zover zijn.
Kortom, woelige baren. Maar voorlopig zeilen we scherp een de wind maar weten we het schip op koers te houden.