Door Jop Fackeldey op 15 april 2012

Met zijn allen in hetzelfde schuitje

Deze week was het dan zo ver, we hebben als College de kadernota openbaar gemaakt. Een kadernota waarvan ik me kan voorstellen dat velen daar niet blij van worden.Maar we zitten met zijn allen in hetzelfde schuitje. er moet bezuinigd worden, en makkelijke oplossingen zijn er niet meer. Er zal de komende periode ongetwijfeld nog veel over gezegd worden, maar graag neem ik hier even de ruimte om iets in het bijzonder te zeggen over de bezuinigingen op Cultuur. Ook die zijn fors. Ik snap dan ook heel goed de commentaren van een aantal van onze instellingen dat ze die ingrijpend vinden. Bij bezuinigingen van deze omvang concentreer je je al snel op wat een soort van afweging “wat doet het minste pijn” , “wat kan ik het beste uitleggen” en “wat moet ik doen om in ieder geval de basis niet aan te tasten. Maar het gaat in ieder geval steeds om de vraag wat niet… Onder het motto “Met beide voeten op de grond, kom je geen stap vooruit” heb ik geprobeerd binnen het werkveld Cultuur een gedachtenlijn te ontwikkelen die substantiële bezuinigingen realiseert en tegelijkertijd een stip aan de horizon zet.
Het huidige budget voor het gemeentelijk cultuurbeleid bedraagt inclusief de huisvestings-kosten nabij de 5,7 miljoen euro. Er van uitgaande dat de huurlasten niet zonder meer beïnvloedbaar zijn, is het beïnvloedbaar subsidiebudget 4.5 mlj euro.

De omvang van bezuinigingstaakstelling die opgebracht moeten worden loopt op van 210K in 2013 tot 446K in 2014 en 2015 en 420K vanaf 2016. Dit betekent dat de extra bezuiniging op het beïnvloedbare budget oploopt van 4,6% in 2013 tot maximaal 10% in de jaren daarna. Waarbij die bezuiniging komt – zeker in deze sector – bovenop de bezuinigingen cq lasten-verzwaring van Rijk (o.a. BTW-verhoging) en Provincie (o.a. cultuureducatie).

Het zonder meer opleggen van deze taakstelling aan de culturele instellingen, waarbij met minder middelen amechtig wordt getracht in mindere mate toch zoveel mogelijk hetzelfde te blijven doen, leidt tot een algemene verzwakking van de lokale culturele infrastructuur. Dit is een route die een aanzienlijke verschaling van het culturele klimaat in de stad tot gevolg zal hebben. Minder uren open (bibliotheek), minder voorstellingen (Agora), minder projecten op scholen (Kubus) en geen ruimte meer voor nieuwe initiatieven of projecten. Kan, maar kan het ook anders ?

Het gegeven dat de komende jaren de publieke middelen voor de culturele activiteiten en cultureel aanbod lager zijn, vergt daarom een nieuwe benadering. Een substantiële wijziging waarop lokale culturele activiteiten en –aanbod worden georganiseerd en gefinancierd.

Deze nieuwe benadering vergt van alle betrokkenen (politiek, instellingen en publiek) een flexibele houding, waarbij ‘out of the box’ denken en een grotere eigen verantwoordelijkheid absolute voorwaarden zijn. Dus niet benoemen wat met minder geld niet meer mogelijk is, maar op basis van cultureel ondernemerschap op zoek gaan naar de mogelijkheden die voorhanden zijn om te zorgen voor aan een aantrekkelijk cultureel klimaat in Lelystad.

Waar gaat de nieuwe benadering zich op richten?
De nieuwe benadering zoekt antwoord op de vraag hoe met beperkte overheidsmiddelen onze culturele infrastructuur in stand gehouden kan worden.
Culturele instellingen worden wat mij betreft uitgedaagd om hun culturele ondernemerschap verder te ont-wikkelen. Dit betekent dat zij hun eigen aanbod aan culturele diensten en producten goed tegen het licht zullen moeten houden en deze waar nodig aanpassen, om nog beter te kunnen voldoen aan de behoeften in de samenleving. Onderdeel hiervan is de ontwikkeling van andere commerciële culturele activiteiten die een substantiële bijdragen kunnen leveren aan de financiering van de gesubsidieerde culturele infrastructuur. Een paar voorbeelden:
• In hoeverre kan en durft de Agora, Kubus en Underground het begrip kwaliteit los te laten en meer te programmeren op kassucces dan op culturele kwaliteit
• Kan de Kubus voor lessen kostendekkende tarieven (met eventueel een staffel naar fi-nanciële draagkracht) gaan hanteren voor de muzieklessen
• Kan de bibliotheek haar ruimte commercieel verhuren of met leenautomaten haar com-merciële dienstverlening uitbreiden.
• Kan de Agora andere commerciële activiteiten ontwikkelen ?
• Kunnen instellingen marktconform gaan werken en de daarbij behorende eisen aan haar medewerkers stellen.
• Kan door ruimtelijke programmering gezamenlijk een groter rendement uit de gebouwen gehaald worden
• Kunnen backoffices samengevoegd worden.
• Kunnen….

Duidelijk is ook dat niet iedere culturele omgeving de mogelijkheid biedt om in voldoende mate aanvullende inkomsten uit de markt te generen. Voor gesubsidieerde instellingen die deels binnen een commerciële context functioneren (zoals de podiumkunsten) zijn de per-spectieven voor aanvullende financiering bijvoorbeeld gunstiger, dan voor het bibliotheekwerk en de kunsteducatie/amateurkunst. Bij de verdeling van de publieke middelen aan de verschillende culturele activiteiten wordt met dit verschil rekening gehouden.
Dat vergt een enorme omslag in het denken. Dat gaat alleen lukken als we dat:
a) We dat in een snelkookpan doen
b) We dat doen onder druk van substantiële bezuinigingen
c) De gemeente daarbij actief en sturend de regie neemt
d) Dat proces extern geleid wordt
e) De besturen en directies van de instellingen tegen een dergelijk traject ja zeggen

In 2012 wordt als ze daartoe bereid zijn in overleg met de culturele instellingen gekeken hoe deze nieuwe benadering er concreet uit gaat zien en hoe deze stapsgewijs vanaf 2013 kan worden ingevoerd. In 2016 zal de nieuwe benadering volledig gerealiseerd moeten zijn. Dat vraagt om een herijking van de prestatieovereenkomsten zoals we die nu hebben.
De jarenlange verwevenheid met de huidige culturele infrastructuur en financieringsystematiek van alle betrokken partijen (culturele instellingen, organisaties, gemeente), maakt het niet eenvoudig om op korte termijn deze nieuwe benadering volledig zelfstandig vorm te geven. Om het proces te bevorderen en te kunnen borgen dat voor 2013 een goede uitgangspositie tot stand is gebracht, is externe advisering op het gebied van cultureel ondernemerschap met voldoende distantie derhalve noodzakelijk. Hiervoor dient in 2012 een budget te worden vrijgemaakt. Dit wordt extra bezuinigd c.q.terugverdiend in 2014 en 2015.

Natuurlijk was het niet alleen kadernota deze week wat de klok sloeg. er waren leuke momenten met de opening van de fietsenstalling in het stadshart en het opleveren van de openbare ruimte in de Boswijk. bijzonder was ook dat er een nieuw jong makelaarskantoor, Famous House, van start ging. dat is lef hebben in de huidige markt, maar ze gaan er voor en volgens mij komen ze een heel end. wat ook leuk was , was om even aan te schuiven bij de Open Coffee zoals die bij Multicopy iedere maand georganiseerd wordt voor een mooie mix van (veelal MKB)ondernemers. Een goede gelegenheid om contact te onderhouden en te horen wat er zoal speelt. Zelfs landelijke TV-aandacht. op zondagmorgen in een promotiefilmpje bij Harry Mens mocht in de Promesse promoten en op zondag nog ten behoeve van Hart van Nederland mijn visie gegeven op de camperparkeerplaatsen. nu maar kijken hoe dat over gaat komen.