Deze week heeft onze fractie vragen gesteld aan het college over de leegstand van winkelpanden in het centrum van onze stad. Naast vele positieve reacties blijkt uit sommige reacties ook, dat niet iedereen begrijpt wat het doel is van onze actie. Om die reden willen wij hierop graag een toelichting geven.
Onze stelling is, dat het erop lijkt dat vastgoedeigenaren – en dan bedoelen we daarmee met name de grotere ondernemingen die meer panden in bezit hebben – winkelpanden liever leeg laten staan dan ze tegen een lagere prijs te verhuren. Het resultaat is dat veel panden langdurig leeg staan en als we niet oppassen leidt dit tot verpaupering en een trieste aanblik van onze winkelstraten.
De huren voor winkelpanden in ons centrum zijn fors en wat wij vooral willen bereiken is dat deze huren omlaag gaan en het daardoor gemakkelijker wordt huurders daarvoor te vinden. Als je de situatie in het centrum bijvoorbeeld vergelijkt met die in het Lelycentre, dan valt op dat daar geen sprake is van leegstand en er zelfs een wachtlijst is van ondernemers die willen huren. En dat is te verklaren vanuit de hoogte van de huren.
Een leegstandsbelasting zou een financiële prikkel kunnen zijn om vastgoedeigenaren ertoe te bewegen huren te verlagen en panden sneller weer verhuurd te krijgen. De werking van een leegstandsverordening zou als volgt kunnen zijn: vastgoedeigenaren dienen na bijv. 3 of 6 maanden leegstand bij de gemeente te melden, waarna de gemeente een vinger aan de pols houdt en het verdere verloop volgt. De gemeente kan dan in overleg gaan met de vastgoedeigenaar en wordt geïnformeerd over de stand van zaken. Als er te lang niets gebeurt, zou de gemeente een leegstandsbeschikking kunnen vaststellen en bijv. een leegstandsboete kunnen opleggen. Een dergelijke regeling dient verder in detail uitgewerkt te worden.
Aan het college zijn nu vragen gesteld over de huidige situatie en acties/afwegingen op dit gebied. Zodra die antwoorden er zijn, zullen wij ons beraden op een eventuele motie of een initiatiefvoorstel.