Maatwerk: niet voor bange bestuurders
Gemeenten worden binnenkort verantwoordelijk voor een groot deel van de AWBZ en jeugdzorg. Daarbij mogen ze ook veel meer zelf bepalen hoe de zorg georganiseerd wordt. Dat kan dus straks in de ene plaats heel anders gaan dan in de andere plaats.
Lokale politici zijn nu druk met bedenken hoe die zorg het beste georganiseerd kan worden. De term “maatwerk” valt daarbij bijna continu. Want juist het gebrek aan maatwerk wordt ervaren als grote makke van de huidige aanpak. Met een “probleemgezin” zijn soms wel 15 verschillende organisaties bezig, allemaal met hun eigen gestandaardiseerde werkwijzen en protocollen.
Dat is duur, niet effectief, frustrerend voor de zorgontvangers, maar ook frustrerend voor de zorgverleners. Kleinschalige initiatieven als buurtzorg tonen aan dat het ook anders kan: met kleine goed opgeleide wijkteams weten die een hoge klanttevredenheid te bereiken.
Daarom zeg ook ik heel enthousiast “maatwerk” als ik de vraag krijg waar het nou naartoe moet met de gemeentezorg. Daarom ademt ons verkiezingsprogramma dat ook uit, overigens zonder het woord letterlijk te noemen.
Maar ik vraag me wel af hoeveel gemeenteraadsleden zich echt goed realiseren wat “maatwerk” betekent. Zie bijvoorbeeld dit nieuwsbericht van Omroep Flevoland:
Toekomstmuziek. Maar over een paar jaar zou dit zomaar realiteit kunnen zijn. En dan ben ik benieuwd of de wethouder op het matje wordt geroepen door de gemeenteraad. Want die gemeenteraad heeft dan waarschijnlijk zelf beslist dat er “maatwerk” moet komen. Dat betekent automatisch dat ongelijke gevallen ongelijk behandeld kunnen worden.
Het Instituut voor Publieke waarden daarover:
Het gelijk behandelen van gelijke gevallen staat beleidsmakers en professionals scherp op het netvlies. Niet alleen is het een van de belangrijkste artikelen uit onze grondwet, in Nederland vinden we het ook in culturele zin belangrijk dat we niet te veel van elkaar verschillen. Voor professionals echter, staat die gedachte maatwerk vaak in de weg. “Waarom dit gezin wel en het gezin aan de overkant niet?” of “We kunnen voor hen echt geen uitzondering maken” heet het dan. Het legitimeren van verschil is een lastige kwestie.
Maar nu doen professionals in organisaties vaak of gelijke gevallen gelijk zijn, terwijl ze dat niet zijn. Dat moet anders. Immers, het projecteren van gelijke oplossingen op ongelijke gevallen, leidt ook tot ongelijkheid. Waar professionals in de uitvoering tegen aanlopen is dat ze zelden expliciet ongelijke gevallen ongelijk kunnen behandelen. Daarom doen ze dat impliciet en informeel, ‘stiekem’ eigenlijk.
Ik ben en blijf voorstander van maatwerk in de zorg. Georganiseerd dichtbij, en samen met de mensen in de wijken. Maar laten we voor de uitvoering dan alsjeblieft ook echt het vertrouwen geven aan “de handen aan het bed” (of ook: “de vinger op de deurbel”). En niet bij het eerste het beste incident weer roepen om nieuwe “garanties” voor gelijke behandeling. Want dat is dan weer de eerste stap naar een nieuwe protocollenzorg. En uiteindelijk komt daar ook weer stopwatchzorg van. Nee bedankt.
Wat denkt u? Moeten we maatwerk wel of niet willen in de zorg?