Door Jop Fackeldey op 19 oktober 2014

Begroten is een werkwoord

Na weken hard werken is het dan zo ver, de begroting 2015  zag het daglicht. Er is inmiddels al veel over geschreven. Laat ik ook een duit in het zakje doen.

Om te beginnen het proces. We hebben geprobeerd het tot stand komen van de begroting zoveel mogelijk – voor zover als dat kon gezien de korte voorbereidingstijd – interactief te doen. Met name de stadsgesprekken waren een mooie start. Wat hebben we gedaan met de input vanuit de Lelystadse samenleving? Ze zijn – vooral – input geweest in onze discussies. Er zijn concrete suggesties die we op zullen pakken, zoals bijvoorbeeld uit het eerste gesprek waar met name het bedrijfsleven aangaf graag actief mee te willen werken aan het bestrijden van de lokale werkloosheid. Het sluiten van een lokaal sociaal akkoord in de driehoek overheid-bedrijfsleven-onderwijs zullen we  dan ook graag oppakken.

In het verlengde hiervan zagen we in de Stadstafels nadrukkelijk de ondersteuning om zaken ook aan
“de maatschappij” over te laten. Minder controle en meer vertrouwen, aansluiten bij bestaande initiatieven en zelforganisatie stimuleren. De rol van de overheid en ons bezinnen op wat we als gemeente nog wel en wat we niet meer doen, heeft mede om die reden een prominente plek in ons afwegingskader gekregen.Nadrukkelijk werd aandacht gevraagd voor investeren in de jeugd en in het onderwijs. Mede om diereden is ten laste van de ROS een investering van €1.000.000 in onderwijs opgenomen. De opbrengst van de burgerpeiling versterkt ten dele dat beeld. Op zaken die het dichtst bij bewoners staan, valt bezuinigen zwaar. Dat sluit aan bij de piramide van Maslow, die wij gehanteerd hebben bij ons beoordelingskader, op basis waarvan de primaire levensbehoefte een belangrijk criterium is om niet te bezuinigen of nieuwe aanvragen te honoreren.
Zaken als stadspromotie, duurzaamheid en cultuur horen niet tot die primaire levensbehoefte van de
inwoners. Anders ligt dat voor de stad als totaal. Onderzoek van o.a. Gerard Marlet en Harol Wouterslaten zien dat imago van een stad en (cultureel) voorzieningenniveau voor een stad een primaireoverlevingsbehoefte zijn. Tenslotte: Lelystad heeft kwalitatieve groei nodig. Die is nodig om het voorzieningenniveau ook op lange termijn in stand te kunnen houden en de baten en lasten in evenwicht te laten zijn. Maar die groei gaat zeker in Lelystad niet vanzelf. Daarvoor moeten we de kansen die er liggen wel benutten. Om als stad voldoende inwoners en bedrijven te kunnen blijven aantrekken, zal Lelystad moeten stijgen op de aantrekkelijkheidindex. Om die reden vonden we het dan ook niet verantwoord om mee te gaan in de top 3 van taken waarop bezuinigd zou mogen

worden volgens de uitkomst van de begrotingspeiling. Maar hier wreekt zich wel dat we onvoldoende tijd hebben gehad om een echte dialoog met de samenleving aan te gaan. Dat moet de volgende keer wel. En dat gaan we ook doen. Want meedoen betekent vaak meebegrijpen. dat zal niet vanzelf gaan, zo betogen ook Jose Kerstholt en Geerte Paradies in Openbaar Bestuur. Maar de daarin genoemde boeken kan ik aanbevelen.
Dan de begroting zelf. Die doet pijn. We hebben een maatlat gehanteerd die te vinden is in bijlage 7, pag 232 van de programmabegroting. Ik vrees echter dat de meesten zich zullen beperken tot pagina 6 t/m 53. daar staan immers de financiële voorstellen, de extra uitgaven maar ook de bezuinigingen. Ik hoop echter dat we het debat niet alleen over die voorstellen gaan voeren, maar ook over de hoofdstukken van de programmabegroting waarin we beschrijven waar de prioriteiten het komend jaar liggen en over de bestuurlijke boodschap (pag 2 t/m 5) waarin we het kader schetsen. Ik haal daar 4 kernbegrippen uit: Van bepaler naar partner; Van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’; Van kwantiteit naar kwaliteit en Van ‘grote stappen snel thuis’ naar een toekomstbestendige samenleving. Het vat onze gezamenlijke opgave samen. Ik begrijp dat dat pijnlijk is voor vooral die activiteiten en instellingen die mede door die keuze nu getroffen worden door bezuinigingen. Vaak zal komenden weken betoogd worden dat die activiteiten buitengewoon waardevol zijn. En daar zullen we het vaak ook nog mee eens zijn ook. Maar de vraag is niet langer of de activiteiten in zichzelf waardevol zijn, maar of het – in het licht van de financiële beperkingen waar we mee te maken hebben – logisch en verdedigbaar is dat we – vanuit de nieuwe rolverdeling tussen overheid en maatschappij – we die activiteiten als gemeente blijven bekostigen.
Op de bezuinigingen en investeringen zelf ga ik hier nu niet in. daarvoor komen komende weken nog genoeg momenten voor: op 4 November organiseert de gemeenteraad een debat met inwoners en externen over de begroting, op 11 november spreekt ze erover met het college en op 18 November vinden de algemene beschouwingen en de discussies en stemmingen over moties en amendementen plaats. Voor meer info kun je terecht op de site van de gemeenteraad.
Er was natuurlijk we meer deze week. Zo was ik aanwezig op het schipholdiner, waarbij we met alle betrokkenen (ministerie, schiphol, klm etc.) over onze luchthaven. Met name de planning baarde mij wel wat zorgen en die zorgen hebben we kunnen delen en ook her en der kunnen voorzien van antwoorden.
Mooi was het ook om weer wat beweging op de woningmarkt te zien. En dat leidde tot 2 concrete acties:Zo mocht ik de eerste steen van het nieuwbouwcomplex Ivoren Klif van woningcorporatie Centrada onthullen.
Fackeldey-ivorenklif
Het complex in de Zuiderzeewijk met 24 appartementen voor 55-plussers wordt naar verwachting begin 2015 in gebruik genomen.Centrada heeft ervoor gekozen om van Ivoren Klif een doorstroomproject te maken, en dat ik goed voor de woningmarkt. Dit houdt in dat een aantal appartementen bestemd is voor bewoners van het nabij gelegen wooncomplex Rode Klif. De overige woningen zijn voor ouderen die een eengezinswoning achterlaten. Ik vind het belangrijk dat de gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning aanvaardbaar blijft. Op dit moment zien we dat de wachttijden voor gezinnen het hoogst zijn. Dit is de reden dat we afspraken met Centrada hebben gemaakt over maatregelen om deze wachttijden te verkorten. Dit doorstroomproject is daar een mooi voorbeeld van. Dankzij de verhuisketen die hiermee in gang en wordt gezet, worden veel huishoudens aan een nieuwe woning geholpen.

Het tweede initiatief speelt zich af in warande. Het Lelystadse projectontwikkelingsbedrijf Readyforliving brengt aan de Penningkruidstraat in Warande 13 rijwoningen en 8 twee-onder-een-kap woningen op de markt. Het gaat om, naar smaak van de koper, kant en klaar afgewerkte en ingerichte woningen.

fackeldey-readyforliving

Klussen na oplevering is niet meer nodig. Meteen na de sleuteloverdracht kan de woning worden betrokken  De 13 rijwoningen zijn eind augustus al in verkoop gegaan; voor de ontwikkeling van 8 twee-onder-een-kap woningen sloot Readyforliving  een aanvullende overeenkomst met de gemeente Lelystad. Readyforliving brengt een voor Nederland nieuw concept op de markt, dat de koper alle keuzes laat en optimaal gemak biedt. Ik ben er trots op dat het een Lelystads bedrijf is die deze woonprimeur in de eigen stad ontwikkelt.

En tenslotte was ik 1,5 dag in den Haag. Om te spreken met kamerleden, waarbij de luchthaven aan de orde kwam, maar ook sprak ik namens de G-32 met o.a. minister Blok en met kamerleden over wonen (o.a een pleidooi om de starterslening te behouden) en over de omgevingswet. Daarover volgende keer meer.

Het is een lange blog geworden deze week, maar het was met dan het weekje ook wel !