Waarover spraken zij..
Afgelopen week was politiek een belangrijke week: de algemene beschouwingen. Eigenlijk een soort voorleeswedstrijd voor gevorderden. Namens het College mocht ik reageren met onze eigen algemene beschouwingen. Voor diegenen die het voorlezen gemist hebben: de hele tekst staat . Komende week komen de reacties. Ik vind eerlijk gezegd, maar dat is misschien wel wat oneerbiedig, zo’n voorleesronde ook zijn beperkingen hebben. Teksten, wat vragen…. en reageren doen we in de tweede termijn. Dat is het systeem, maar toch. Want het gaat natuurlijk wel ergens over, Over de vraag waar we het geld van de burgers aan uit gaan geven. En dus ook waaraan niet. Nu gaat zo’n algemene beschouwing over veel, maar 2 elementen wil ik er graag uitlichten: visie en het geld. Eerst maar: de visie. Is deze begroting beleidsarm? Is er geen sprake van een visie? Een aantal partijen lijkt dat te concluderen. Ik deel dat niet. Het afgelopen jaar is er zowel door onze eigen organisatie als door tal van instellingen keihard gewerkt om de enorme opgave en verandering waarvoor we staan vorm te geven. De begroting is niet beleidsarm, hij is rijk aan het met kracht voortzetten van recent ingezet beleid. Laten we maar eens met Machiavelli antwoorden: de ene verandering legt altijd de grondslag voor de verandering die erop volgt. Anders gezegd: verandering is geen doel op zichzelf. We hebben, voorbereid in 2014 en geeffectueerd in 2015, op vele terreinen een omslag ingezet. Die verandering moet tijd krijgen om te wortelen in de samenleving. Een samenleving die – we memoreerden dat al eerder – ook zelf niet stil staat. Veranderen wordt een levenshouding, maar dan liefst wel een die geleidelijk en zonder ongelukken plaatsvindt. Want dat is wel de kern van het probleem. Ik ben er van overtuigd dat als we over pak hem beet 5 jaar terugkijken op deze periode dat we zien wat een enorme ommezwaai er gemaakt is. En soms moet je dan zo’n verandering blijven sturen maar ook de tijd geven.
Natuurlijk zijn er ook partijen die die vinden dat er extra geld moet naar… (vul maar in). Dat zou ik ok wel willen. Ik heb om eerlijk te zijn een heel lijstje waarvan ik het belangrijk voor de stad zou vinden dat we er extra in investeren en er extra geld voor over hebben. Maar dat geld moet er dan wel zijn…. Je zou het ten laste kunnen brengen het feit dat de uitkering uit het gemeentefonds mogelijk hoger uitvalt dan wat we begroot hebben. Dat is zoiets als een auto (of een fiets uiteraard) kopen en roepen ik zie wel of ik begin volgens jaar genoeg geld heb om hem te betalen. Dat gaat dus niet werken. Immers, een aantal van de aangekondigde kortingen loopt de komende jaren alleen maar op. Bijvoorbeeld de risico’s in de jeugdzorg waarbij we, als het Rijk de verdeelmodellen niet aan wil passen, nog een ingewikkelde puzzel te leggen hebben om de 3 miljoen bezuinigingen te realiseren. Daarom zijn we samen met andere gemeenten, naast de specifieke lobby om meer tijd te nemen om de effecten van de overschakeling naar zogenaamde objectieve verdeelmodellen te implementeren, een lobby gestart om het Rijk te bewegen in het algemeen meer geld voor gemeenten beschikbaar te stellen. Dinsdag a.s. bieden we mede namens nu al 220 andere gemeenten hiervoor een petitie aan de Tweede Kamer aan. Dat is hard nodig en dat moet ook kunnen. Zeker nu ook de Miljoenennota laat zien dat er weer meer mogelijk is. Een deel van de financiële ruimte moet wat mij betreft doorgegeven worden aan gemeenten. Het wordt trouwens druk met petities in Den Haag, dinsdag biedt onze burgemeester ook de petitie voor behoud van de rechtbank aan. (PS, al getekend: het kan nog hier. Te teller staat inmiddels op 2.243 ondertekeningen). Ik ga een oefening me in tweeën delen doen. Om daarna ‘s-avonds te beginnen aan de tweede termijn van het debat op de begroting. Ik hoop op een waardevol inhoudelijk debat.
Naast die algemene beschouwingen was er natuurlijk meer. Zo was ik maandag bij een bijeenkomst over wonen in de metropoolregio Amsterdam (MRA). Een boeiende discussie. De MRA blijft groeien, mogelijk met 300.000 huishoudens in drie decennia (2010-2040). Die groei komt voor het grootste deel van binnenuit: natuurlijke aanwas en individualisering (minder mensen per huishouden). Een kleiner deel, ongeveer een derde, komt van buiten: instroom vanuit andere delen van Nederland en vanuit het buitenland. En daarbij is de kunst natuurlijk: hoe blijven we ervoor zorgen dat een deel van die groei ook in Lelystad neerslaat. Het goede nieuws (voor Lelystad) is dan toch een beetje dat voor de korte termijn , nu de woningmarkt zeker rond Amsterdam significant aantrekt, de bouwlocaties een beetje op zijn. En dan hebben Almere en Lelystad, zeker door de steeds verbeterende verbindingen, veel (ruimte) te bieden.
Daarnaast was ik afgelopen week wederom veel in Den Haag. Het huisvesten van vergunninghouders, waar ik me landelijke tegenaan mag bemoeien, vraagt veel van gemeenten. Maar het moet wel. Daarom was ik blij dat we voor Lelystad konden melden dat wij denken de taakstelling te gaan halen. Voor 2015 is de taakstelling voor Lelystad 130 plus de 19 vergunninghouders die op 1 januari jl. nog niet waren gehuisvest. Dit jaar moeten er dus 149 personen gehuisvest worden. Per 26 oktober staan er nog 19 personen op de wachtlijst. Dit betreft 2 gezinnen en 7 alleenstaanden. De woningcorporaties Centrada en Harmonisch Wonen verwachten dat het haalbaar is de mensen op de wachtlijst nog dit jaar een woning aan te bieden. En dat zonder dat de wachtlijst voor alle Lelystedelingen groeit. Maar voor 2016 e.v. zullen we wat extra’s moeten doen.