Door op 24 december 2013

Willem de Jager blikt terug en vooruit

‘Centraal stellen van de werkgever is essentieel’

Nog meer mensen aan het werk. Dat is waar PvdA Lelystad zich hard voor maakt. ‘Onze visie op de toekomst? Het werkbedrijf nog meer laten inspringen op de vraag van het bedrijfsleven en werk niet alleen gebruiken als doel, maar ook als middel om mensen toegang tot werk te geven’, zegt PvdA wethouder Willem de Jager.

‘De afgelopen jaren hebben we, veel meer dan in andere gemeenten, een groot aantal mensen uit een uitkering naar werk kunnen begeleiden. Helaas staat daar een hoge instroom aan nieuwe uitkeringsgerechtigden tegenover. Dit maakt de opgave in Lelystad groter en het resultaat knapper.’

Het stimuleren van mensen om weer aan het werk te gaan ligt niet meer bij de gemeente, maar bij het werkbedrijf. ‘Het werkbedrijf is er voor iedereen met een uitkering en heeft twee doelstellingen. Enerzijds zorgt men dat mensen naar werk geleid worden, anderzijds is het een kostenbesparing voor de gemeente. De gemeente houdt de regie, het werkbedrijf voert uit en onderneemt’, legt Willem de Jager uit.

‘Waar ik de afgelopen jaren energie van kreeg is dat we telkens voor de muziek uit gelopen hebben in Lelystad. Nieuwe dingen verzinnen om het doel, zoveel mogelijk mensen aan het werk, te realiseren. Het oprichten van het werkbedrijf is daar een mooi voorbeeld van. Hier wordt straks gekeken naar de arbeidscapaciteit van mensen, dus naar wat ze kunnen en welke kansen ze hebben. En niet, zoals gebruikelijk in ons land, onder welke regeling of wet ze vallen en naar wat ze niet kunnen. Wanneer je mensen kansen biedt komt er energie vrij en kunnen ze zich ontplooien. Daarna mag je, op basis van wederkerigheid, ook weer wat terugverlangen.’

Het werkbedrijf is dit jaar voortvarend aan de slag gegaan. Dit doen ze met specifieke projecten als buurtvoorlichting, scholing op de Bataviawerf, taalbanen, het opknappen van sportaccommodaties en van het gebouw van Iriszorg. Maar ook door werkzaamheden in de groenvoorziening en de schoonmaak. ‘Door nog beter te luisteren naar het bedrijfsleven kunnen werknemers worden klaargestoomd voor banen waar behoefte aan is’, zegt hij.

‘We verbreden de werkgelegenheid van zakelijke dienstverlening en overheid naar toerisme en leisure, naar detailhandel maar ook naar productie en logistiek. Ook is het belangrijk om in te springen op de ontwikkeling van de luchthaven en het hoge aantal composietbedrijven binnen onze gemeente. Dat maakt Lelystad minder afhankelijk van één bedrijfssector.’

Volgens De Jager is een ander belangrijk aspect het onderwijs. ‘Allereerst is het belangrijk om ervoor te zorgen dat meer studenten in Lelystad hun studie kunnen volgen en ook daadwerkelijk afmaken. Scholen zouden onder andere meer moeten inspringen op de typisch Lelystadse behoeften. Want een goed opgeleide beroepsbevolking is straks een vestigingsfactor van belang.’

‘Daarnaast is het belangrijk dat wanneer de studenten eenmaal hun diploma hebben gehaald, ze gemakkelijk doorstromen naar werk en er geen verloren generatie ontstaat. Een succesvolle regeling van het afgelopen jaar is de Startersbeurs, die ervoor zorgt dat afgestudeerde jongeren zonder baan toch werkervaring op kunnen doen.’

Andere initiatieven die bijdragen aan het terugdringen van schooluitval en daarmee werkloosheid zijn onder andere de plusvoorziening in het mbo en ‘Op de Rails’ in het voortgezet onderwijs en Flevodrome, een erkend leer-, werk- & trainingscentrum voor jongeren.

‘Eigenlijk is talentontwikkeling de rode draad geweest in mijn portefeuille de afgelopen jaren. Wat hebben mensen nodig om zelfredzaam te zijn en die plek op de arbeidsmarkt te bemachtigen? Dat begint al met ervoor te zorgen dat kinderen zonder achterstand op de basisschool aankomen. En daarna probeer je een doorgaande lijn van onderwijs naar werk te organiseren. Bij voorkeur via solide reguliere voorzieningen, maar daar waar nodig met een steuntje in de rug voor wie het niet komt aanwaaien. Altijd met de menselijke maat voor ogen. Altijd met de bedoeling maatwerk te leveren en vanuit het besef dat we mensen leren het zelf te doen. Geen vis, maar een hengel!’

‘Ons uiteindelijke doel is ervoor te zorgen dat de Lelystadse inwoners niet blijvend afhankelijk zijn van de overheid. Een eerste en daarmee de belangrijkste stap is werken. Lelystad is in landelijk opzicht een voorloper met het opzetten van het werkbedrijf. Verschillende gemeenten hebben inmiddels bij ons gekeken hoe wij het hebben aangepakt. Wij laten zien dat ruimte voor de uitvoering en het centraal stellen van de werkgever als klant essentieel zijn’, besluit hij.