Door Emiel van der Herberg op 12 mei 2011

Kleed de wob niet uit – maak hem overbodig!

Vorige week, uitgerekend op de Dag van de Persvrijheid, kondigde minister Donner aan de Wet Openbaarheid van Bestuur (wob) te willen gaan inperken. De uitvoering van de wet is te duur, en openbaarheid van bestuur heeft volgens hem helemaal niet zo veel met persvrijheid te maken.

Donner:

Tientallen ambtenaren hebben nu vaak een dagtaak aan de behandeling van de wob-aanvragen. Dat is het gevolg van het schot hagel dat journalisten op de overheid afvuren in de hoop dat een korreltje een primeur oplevert. Dat vind ik geen efficiënte tijdsbesteding.

Dat is een logische redenering. Donner heeft gelijk: de huidige wob praktijk is inefficiënt, vraagt veel van de ambtelijke organisatie en kost dus veel geld.

Maar waardoor wordt dat nou veroorzaakt? Zit de inefficiëntie bij de journalisten en andere burgers die veel vragen stellen? Of bij de overheid die blijkbaar bijzonder veel moeite moet doen om openbare informatie ook daadwerkelijk openbaar te maken?

Dat laatste natuurlijk. Want het kan ook anders. Onderzoeksjournalist Brenno de Winter:

In Noorwegen vraag ik zeer regelmatig documenten op die ik soms binnen het uur krijg. Want daar is een goede digitale administratie en zijn alle documenten met een druk op de send-knop te versturen. In Nederland kreeg ik onlangs drie brieven en moest ik 56 dagen wachten, zodat een bestuursorgaan mij drie pagina’s kopie kon sturen. Ik had gevraagd om de documenten digitaal aan te leveren, maar dat konden ze niet.

Door de wob in te dammen, duikt Donner weg voor de bureaucratische problemen van zijn eigen organisatie. Terwijl zijn regeerakkoord de titel “vrijheid en verantwoordelijkheid” draagt, probeert hij zijn eigen verantwoordelijkheid te ontlopen door de persvrijheid in te perken.

Hoe moet het probleem dan wel worden aangepakt? Ik ben het eens met Rejo Zenger, die de vlucht vooruit bepleit:

Het is niet aan Donner om te beslissen of de overheid voldoende openheid geeft, dat is aan de burger. Het gebrek aan openheid uit eigen beweging is de voornaamste reden voor de vele omvangrijke verzoeken waar de minister het over heeft. Niet de inperking van openbaarheid, maar het inspelen op de behoefte van de burger is een oplossing voor het probleem dat hij ziet.

In plaats van wob verzoeken alleen maar lastig te vinden, kunnen we het dus beter omdraaien. Blijkbaar is er bepaalde openbare informatie nog niet publiek beschikbaar gemaakt. En dus kan er, naast het correct afhandelen van het betreffende verzoek, meteen voor gezorgd worden dat de betreffende informatie in het vervolg gewoon openbaar te verkrijgen is. Zodat er de volgende keer helemaal geen wob verzoek meer nodig is!

Dan even de focus verleggen naar Lelystad. Hoe is het bij ons gesteld?

Nog niet heel best, ben ik bang. Als ik de jaarrekening en de kadernota doorlees, kom ik op verschillende plekken tegen dat er gewerkt wordt aan “verbeteren van de informatiebeveiliging”. Belangrijk: de gemeente beheert informatie die, wanneer geopenbaard, schade kan berokkenen aan inwoners, bedrijven of het publieke belang. Dat soort privacy- en concurrentiegevoelige informatie moet goed beveiligd zijn. Maar nergens vind ik terug dat er tegelijk ook gewerkt wordt aan het daadwerkelijk openbaar beschikbaar maken van dat andere soort – openbare – informatie.

Wel kom ik op verschillende plaatsen in de kadernota tegen dat de gemeentelijke organisatie zich stort op “het nieuwe werken”. En dat dat mogelijk wordt gemaakt door de modernisering van het stadhuis. Klinkt mooi, maar wat dat nieuwe werken precies betekent is me nog erg onduidelijk. Wordt de gemeente er transparanter van? Is de organisatie straks zodanig gedigitaliseerd dat een wob verzoek – net als in Noorwegen – nog dezelfde dag kan worden afgehandeld? Of beter: hoeft dat wob verzoek helemaal niet meer ingediend te worden omdat iedere inwoner standaard al toegang heeft tot alle openbare informatie?

Ik heb geen antwoord op die vragen, dus zal ik ze stellen aan het college. Dat college heeft tot nu toe van de gemeenteraad nog geen duidelijke richtlijnen gekregen voor het daadwerkelijk openbaar maken van gegevens die openbaar horen te zijn. Misschien moesten we dat maar eens gaan doen.

Emiel van der Herberg

Emiel van der Herberg

Ik ben al een aantal jaren raadslid, en sinds 2018 leider van de PvdA-fractie. Daarnaast werk ik als softwareontwikkelaar bij een leuk bedrijf in Almere. Ik vind dat we dingen niet moeilijker moeten maken dan nodig is. Als er een probleem is, dan kunnen we veel beter de oorzaak aanpakken dan het gevolg. En die

Meer over Emiel van der Herberg