Door op 24 maart 2016

Onderwijsveranderingen in Lelystad

Al jarenlang kent Lelystad drie brede scholengemeenschappen voor voortgezet onderwijs. Na een bestuurlijke fusie tussen de drie scholengemeenschappen een paar jaar geleden, heeft het schoolbestuur nu besloten om te gaan werken in twee clusters: vmbo en havo/vwo.

De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad heeft hiermee ingestemd en het schoolbestuur is nu vrij om de plannen ten uitvoer te brengen. Maar de keus van het schoolbestuur heeft wel verregaande gevolgen voor de Lelystadse jeugd en hun ouders nu en in de toekomst. En daarmee ook voor de toekomst van onze stad.

De kracht van het voorliggende onderwijsplan is dat er inhoudelijk goed over nagedacht lijkt te zijn én dat het plan wordt gedragen door veel direct betrokkenen in en rond de school. Kiezen is echter ook verliezen. De PvdA maakt zich over de gevolgen van dat kiezen is verliezen zorgen en wil nagaan hoe we de negatieve gevolgen zo klein mogelijk kunnen houden.

Onze zorgen zijn als volgt:

  1. Als leerlingen/ouders kiezen voor een school, kiezen zij voor alles waar die school voor staat (vaak de zachte kant, de cultuur, het klimaat). Met één school valt er op dat vlak niks meer te kiezen.
  2. Schaalvergroting leidt niet automatisch tot beter onderwijs. Integendeel, er zijn veel negatieve voorbeelden elders in Nederland, waardoor er nu juist weer een vraag is naar kleinschaligheid.
  3. Als de nieuwe school niet voldoende functioneert is er geen alternatief binnen onze stad.
  4. De huidige huisvesting is gericht op drie afzonderlijke gebouwen verspreid over de stad. Hoe past dat in dit nieuwe concept?
  5. Voor de PvdA is echter de belangrijkste zorg: de nieuwe school heeft een vmbo en havo/vwo school. Hoe voorkom je een tweedeling in de stad? Twee opleidingen, mogelijk in twee afzonderlijke gebouwen, van jonge mensen die elkaar ook fysiek niet tegenkomen, maar samen wel de stad gaan vormen.

De gemeente gaat niet over het inhoudelijke concept, maar wel over de huisvesting en dat geeft wellicht de mogelijkheid om de onbedoeld negatieve effecten zo klein mogelijk te houden.

Er zijn nu drie gebouwen, waar met aanpassingen en vooral met het inlopen van achterstallig onderhoud de huisvesting geregeld kan zijn, maar de scholen liggen uit elkaar en het opknappen kost veel geld. Er ontstaan dan twee grote scholen op een dusdanige afstand van elkaar, dat contact tussen leerling-groepen uitgesloten is. De kosten van de verbouwingen zijn aanzienlijk, maar zeer waarschijnlijk goedkoper dan nieuwbouw. Onez vijf zorgpunten worden niet opgelost.

Graag zou de PvdA daarom meer scenario’s vergelijken. Daarbij willen we dan toevoegen aan de huisvestingplannen om uit te gaan van een campusgebied van beide clusters in en rond het huidige Arcus gebouw en dit te doen onderzoeken.

Overwegingen die deze optie interessant maken zijn:

  • Door unielocatie van alle opleidingen in verschillende kleinschalige paviljoens op een terrein, blijven leerlingen van alle niveaus elkaar zien en gaan we de dreigende tweedeling in onze samenleving tegen.
  • Door de kleinschalige paviljoens behouden we kleur en klimaat waaruit gekozen kan worden.
  • Voorkomen wordt de grootschalige uniformiteit en anonimiteit voor leerlingen en personeel.
  • Opstroom en doorstroom in opleiding kunnen natuurlijker en zonder grote verplaatsingsdrempels plaatsvinden.
  • Bij een centrale ligging in de stad blijft de school wat fietsafstand betreft voor alle leerlingen goed bereikbaar.
  • De school is goed bereikbaar met het openbaar vervoer, ook voor leerlingen van buitenaf.
  • Door de dagelijkse aanwezigheid van personeel en leerlingen krijgt ons stadshart een levendige boost.
  • De ligging naast ROC Flevoland maakt samenwerking en echt doorlopende leerwegen gemakkelijker bereikbaar.
  • Er kan goed gebruik worden gemaakt van voorzieningen in de stad; de bibliotheek, het theater Agora en CKV de Kubus.

Is een paviljoenachtige aanpak dan niet duurder? Ja, zeer waarschijnlijk is het duurder dan onderhoud en beperkt aanbouwen bij bestaande locaties. Maar er zijn ook omvangrijke besparingen mogelijk:

  • Efficiënter gebruik van gemeenschappelijke ruimten: kantine, administratie, stafruimte, vergaderruimte, dekanaat etc.
  • Overleg over gezamenlijk gebruik van dure praktijklokalen met de ROC’s.
  • Medegebruiker ruimtes culturele instellingen.
  • Flexibele schil voor schommelingen in leerlingaantal.
  • Mogelijkheid voor ander gebruik van de grond/gebouwen, die niet meer gebruikt hoeven worden.

Voor onze fractie loont het de moeite om dit scenario ook te onderzoeken en door te rekenen. Wij zijn echter ook heel benieuwd naar uw mening. Graag willen wij met u in gesprek over de toekomst van ons onderwijs. Dus reacties zijn zeer welkom.